De opmerking ‘voor elke spin die je ziet, zitten er 50 achter de schrootjes’ viel bij mij niet in goede aarde. 

Als Kwik, Kwek en Kwak spijbelen om te gaan skateboarden, dan moest ik dat toch ook wel durven.

Het borduurwerk durfde ik niet meer weg te doen, omdat ik niet meer wist van wie ik het had gekregen.

Vlinders houden van rotte appels las ik in de encyclopedie, eindelijk begreep ik dat ze samen in de douche zaten.

Geloven hoefde ik niet, maar Maria mocht blijven hangen.

Soms leek ik iets te zien in de ruis, maar misschien wilde ik dat ook wel erg graag.

Het stoorde me dat lijnen van de zolder niet evenwijdig liepen, terwijl ik niet eens weet waarom?

In het donker zag ik altijd dansende figuren, maar op het hout in de schuur was overdag al van alles te zien.

In mijn onderbroek wachten op die bank bij de dokter, het koude plastic plakkend aan mijn been. Altijd weer die stomme buikpijn.

You may also like

Back to Top